Kaas etiquette

hoe het wél moet

Niet wijzen, een stevige handdruk geven en je ellebogen van tafel. Als-je-blieft! Zomaar wat algemene regels van de etiquette die bij een ieder wel bekend zijn. Echter, als ‘echte kaaskoppen’ zondigen we wat af. Zodra het ‘plateau de fromages’ op tafel komt, wisselen onze verkeerde kaasgewoonten elkaar immers in een rap tempo af. Hoog tijd om de heuse kaas etiquette eens keurig op een rijtje te zetten, ter voorkoming van een aantal gefronste wenkbrauwen. Je zult zien: het is allesbehalve ingewikkeld – en ligt stiekem eigenlijk best wel voor de hand…

We kunnen het niet vaak genoeg zeggen
Voor het gemak beginnen we met herhalen (herhalen, herhalen): haal je kaas op tijd uit de koelkast! Voordat je je kaasjes serveert, moeten deze namelijk wel de tijd krijgen om op kamertemperatuur te komen. Pas dan zijn ze écht op hun best – wat overigens ook op gaat voor de charcuterie die je je gasten voorzet. 

En heb je nu nog altijd moeite om ons op dit punt te geloven? Probeer het dan gerust eens zelf. Proef één en hetzelfde kaasje eens op het moment dat deze nét uit de koeling komt, maar ook als deze al even uit de koeling ligt (als het even mogelijk is direct na elkaar). Wedden dat je er dan ook niet meer omheen kunt?

Kaas stink niet (kaas ruikt)
Nóg een mooie: kaas gaat doorgaans gepaard met een ‘parfum prononcé’, oftewel een uitgesproken parfum. Maar zeggen dat een kaas stinkt? Dat is dus écht not done, hè! Neem een voorbeeld aan de Fransen, die liever spreken over ‘beaucoup de caractère’ (veel karakter) bijvoorbeeld. Maar wellicht dat je ook al eens hebt gehoord van kaas met een zweepje – ‘un fromage qui fouette’!

De hiërarchie onder de kazen
Bon! Nu dat duidelijk is, kunnen we over naar de hiërarchie onder de kazen. Want ja, deze is er wel degelijk! Die heerlijke ‘fromage qui fouette’ die schreeuwt om aandacht, laat je daarom beter nog even links liggen. Het is in kaasland namelijk ten zeerste aan te raden om te beginnen met de mildste kaas op het plateau. In de meeste gevallen een geitenkaas, gevolgd door een hardere kaas, waarna je (als vanzelfsprekend) eindigt met de zeer pittige blauwe kaas. Van mild naar pittig dus, waarbij de achtereenvolgende kaasjes één voor één een trapje hoger staan op de ladder des sterkte. Vergeet je daarbij ook niet iedere kaas van een ander mesje te voorzien?

Eerlijk zullen wij alles delen
Een belangrijke vervolg-regel is wellicht een wat lastigere! Want hóé snijd je kaas eigenlijk aan? Maak je er puntjes, plakjes of blokjes van? Het betreft een veelvoorkomend dilemma, met een verrassend gemakkelijke oplossing. Het lekkerste van de kaas is namelijk de kern, minst favoriet is daarentegen de korst. Aan jou de taak om deze verhoudingsgewijs eerlijk over je gasten te verdelen. Vandaar dat je bij kleinere ronde of vierkante kaasjes kiest voor puntjes, terwijl je bij andere kazen beter voor plakjes kunt kiezen. Een veelgemaakte fout is daarbij de brie. Want om te voorkomen dat het laatste stukje voornamelijk uit korst bestaan, kun je in dit geval toch echt het beste voor de plakjes-aanpak gaan!

Houd het bescheiden
Nemen we je vervolgens graag even mee naar de oorspronkelijke bedoeling van een kaasplateau. Deze wordt in Viva la France namelijk ná de hoofdmaaltijd en vóór het dessert geserveerd, met als achterliggende gedachte een goed moment te creëren om de wijn van de hoofdmaaltijd op te maken. Een tussengerechtje, dus. Puur voor de smaak. Of nog duidelijker geformuleerd: géén complete maaltijd. Eén, twee of drie (subtiele) stukjes zou daarbij écht afdoende moeten zijn. Zelfs als je liefde voor kaas enorm is. En zeker als je de tafel met de Fransen deelt, moet je je beseffen dat dit voor hen een bijna heilig moment is, waarbij het je in dank afgenomen wordt als je je in toom houdt – bij slechts één ronde.

De kanttekening is wel dat een kaasplateau in Nederland ook op andere momenten genuttigd wordt. Ná het diner bijvoorbeeld, bij een borrel óf als zeer welkome vervanger van je lunch. In dat geval mag je plateau best iets worden uitgebreid met dips, onderleggers, nootjes en een olijfje bijvoorbeeld? Én mag je natuurlijk naar behoefte wegpikken!

Geniet en maak er niet alsnog boterhammen van
Wél hebben we, als het om kaasplankjes gaat, nog één laatste tip voor je: eet een hapje brood en dan weer een hapje kaas. Dat is hoe het ‘heurt’. Wij Nederlanders maken er maar al te graag een Hollands bammetje van, terwijl de Fransman er liever oprecht van geniet. Iets waar wij soms nog wel iets van kunnen leren.

Pasta met kaas of kaas met pasta
Maar ook de Italianen hebben nog wat kaas etiquette-inspiratie voor ons in petto. Want hoewel je natúúrlijk pasta eet om een goed excuus te hebben voor bergen geraspte kaas, zitten hier ook wel degelijk enkele regels aan vast. Een paste met vis, schaal- of schelpdieren? Daar gaat bijvoorbeeld nóóit kaas overheen. 

De échte Italiaan houdt er bovendien een heuse tactiek op na: rasp (bij voorkeur zelf en vers) de kaas over de bovenkant van je pasta, zodat je met elke hap kaas hebt. De kaas smelt dan deels, maar je blijft ook de structuur van de kaas proeven. Precies wat je wilt, toch? En is de kaas op, dan rasp je gewoon weer opnieuw totdat de pasta helemaal op is voor de ultieme pasta-kaas-ratio.