Kaas keurmerken

Hoe en wat?

Natúúrlijk zijn de Fransen apetrots op hun Comté, pronken de Zwitsers maar al te graag met de Emmentaler en staat Italië niet voor niets nog altijd bekend om de overheerlijke ham uit Parma. Maar met zo’n pareltje in handen wil je natuurlijk wél de kwaliteit kunnen garanderen. Alsook voorkomen dat anderen met een ondermaatse kopie aan de haal gaan. Want een Goudse kaas die ver buiten onze landsgrenzen is bereid en waarvan de kwaliteit niet deugt… daar wil toch niemand mee geassocieerd worden? 

Europees culinair erfgoed
Sinds 1992 heeft de Europese Unie dan ook drie keurmerken in het leven geroepen. Enerzijds om de hoogwaardige kwaliteit te bewaken, die vaak tot stand komt door de gigantische knowhow waarmee deze producten worden bereid. Anderzijds om het bijzondere karakter van deze levensmiddelen – dat vaak te danken is aan de connectie met een eveneens bijzondere streek en haar tradities – te kunnen garanderen. 

Zo’n keurmerk krijg je echter niet voor niets: er gelden strenge regels die met regelmaat –  onaangekondigd – gecontroleerd worden door Europees erkende en onafhankelijke instanties. Bovendien: blijkt dat die regels niet worden nageleefd, kan er zomaar een fikse boete boven je hoofd hangen. Toch telt de lijst van Europees culinair erfgoed inmiddels meer dan 700 producten!

De drie keurmerken
Het minst strenge keurmerk? Dat betreft de Beschermde Geografische aanduiding (BGA). Internationaal beter bekend onder de noemer Protected Geographical Indication (PGI). Een keurmerk dat eist dat tenminste één van de productie-, verwerkings- of bereidingsstadia plaatsvindt in één bepaald gebied. Zoals bijvoorbeeld het geval is bij de Ardenner ham.

De Hollandse Gouda kaas valt echter binnen het keurmerk Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB). Een lastige, want ieder land heeft voor dit keurmerk zijn eigen te vertaling. Zo draagt de Blue Stilton het keurmerk Protected Designation of Origin (PDO), noemen ze dit in zowel Frankrijk als Zwitserland het Appellation d’Origine Protégéé (AOP) en spreken we in Italië over het merk als ‘Denominazione di Origine Protetta’ (DOP). Om het je nóg makkelijker te maken hanteren de Fransen zelfs twee aparte benamingen: een voor het Franse keurmerk (AOC) en voor het Europese (AOP). 

Deze BOB gaat een stapje verder dan alleen de geografische aanduiding. Niet alleen moet de productie, verwerking en bereiding plaatsvinden binnen een bepaald gebied, ook dient er een erkend en gecontroleerd prodedé gevolgd te worden. 

Daarnaast kennen we ook nog de Gegarandeerde Traditionele Specialiteit (GTS) – ofwel Traditional Specialities Guaranteed (TSG). Hieronder valt bijvoorbeeld de boerenkaas. Dit keurmerk kent geen eisen wat betreft de herkomst, maar kent wel een strenge controle op het gebied van bereidingswijze. Gegarandeerd Traditionele Specialiteiten worden zodoende stuk voor stuk al dertig jaar of langer bereid volgens traditioneel recept!

Geen keurmerk?
En weet je wat nu grappig is? Keurmerken – tegenwoordig in alle soorten en maten – blijken tevens een voorbeeldfunctie te vervullen. Liggen er namelijk producten met keurmerken in je winkel, kijken consumenten namelijk ineens ook anders tegen producten zónder certificering aan. Kritischer. Alsof een keurmerk hen er ineens aan herinnert niet zomaar klakkeloos aan te nemen dat een ham of kaas daadwerkelijk uit de beloofde regio komt.

Toch is het ontbreken van een keurmerk niet altijd gelijk aan een slechtere kwaliteit. De redenen voor een producent om géén keurmerk aan te vragen lopen namelijk nog al uiteen. Maar ook de vermelding van het keurmerk is niet verplicht: alleen al door de naam te voeren is het product namelijk beschermd. 

Nóg een extra tandje bijzetten
Er zijn vervolgens kaasproducenten die maar al te graag nóg een extra stapje zetten. Laten we – cliché – de Emmentaler er nog maar eens bijnemen. Om deze authentieke Zwitserse kaas te onderscheiden van ál zijn kopieën, vind je namelijk op de rand van elk origineel exemplaar een serienummer met de productiegegevens. Zo is van elke échte Emmentaler helder waar deze precies vanaf komt en van welke productie deze onderdeel was.

Maar ook de makers van de Comté hanteren tevens een zelfingebouwde kwaliteitscontrole. Zodra een Comté klaar is, wordt deze namelijk beoordeeld op diverse eigenschappen. Bij goedkeuring ontvangt de kaas vervolgens een rode band. Een uitzonderlijk hoge score (minimaal 15 van de 20 punten) wordt zelfs gewaardeerd met een groene band! Niet voor niets heeft deze ‘groene’ Comté een vaste plek bemachtigd binnen ons assortiment. 

Want kwaliteit in combinatie met een traditionele bereidingswijze of een bijzondere connectie met een bepaalde streek, daarvan maakt ons Kaasboer-hart oprecht een sprongetje!