Reblochon.

Land van herkomst: Frankrijk

Men spreekt ook wel over de Reblochon als een vreemde eend in de bijt: in bergachtige, dunbevolkte gebieden verwachtte je in een ver verleden immers grote kazen. Kazen waarbij snel veel melk verwerkt kon worden om bederf te voorkomen én kazen die bij uitstek vervoerd konden worden over de steile, hobbelige bergpaden mét paard en wagen. Met zijn circa 500 gram betreft dit Alpenkaasje dus echt een uitzondering op die regel.

Maar deze streekspecialiteit kent dan ook een dubieus verleden, die zelfs teruggaat tot in de 13e eeuw. Alpenboeren waren in deze tijd namelijk verplicht een groot deel van hun melk af te staan aan de landeigenaren. Naar rato van de dagopbrengst. Iets waarvoor de boeren al snel een trucje ontwikkelden: ze molken het vee gewoon niet volledig. Om vervolgens na het vertrek van de controleurs het vee opnieuw te melken (‘reblocher’ – vandaar ook de naam). 

Dat dat echter nóg een voordeel met zich meebracht was een mooie bijkomstigheid. Van de extra vette melk die men tijdens de tweede keer verkreeg, kon je namelijk prima kaas maken die nog lekker was ook. Inmiddels kent het kaasje dan ook internationale bekendheid met een jaarlijkse productie van grofweg 15.000 ton en is de Reblochon al sinds 1958 beschermd tegen kopieën door het AOC keurmerk. 

Het resulteert in een uniek alpenkaasje met een iets stevige, eetbare korst en daaronder een lopend zacht zuivel. Zijn smaak? Die komst pas echt vrij in de mond, waar deze een verfijnd, nootachtig aroma met frisse tonen achter laat. Zodoende wordt deze kaas ook zeer algemeen gebruikt in de regionale keuken, maar staat hij in Nederland toch vooral synoniem aan het gerecht ‘Tartiflette’. Een machtige combinatie van spek, ui en aardappelen, gegratineerd met Reblochon. Een absolute must-try als je het ons vraagt!

Nú op ons blog:

Zo maak je kaas!

Pié d’Angloys

Taleggio